Samenvatting
De toename van zowel het aantal patiënten met kanker als van de behandelmogelijkheden vraagt om een prominentere rol van de huisarts in de oncologische zorgketen. Door de late herkenning van sommige vormen van kanker is de prognose in de laatste 40 jaar onvoldoende verbeterd. Met behulp van risicomodellen en diagnostische beslisregels die geïntegreerd zijn in het informatiesysteem van de huisarts kan kanker mogelijk vroeger gedetecteerd worden. Ook nieuwe diagnostische testen en biomarkers kunnen hieraan bijdragen. De huisarts kan patiënten met kanker begeleiden bij het maken van complexe behandelkeuzes. Daarop voortbouwend kan de huisarts de nazorg en de nacontroles, of een deel daarvan, verzorgen. Omdat de meeste patiënten met kanker de laatste levensfase bij voorkeur thuis doorbrengen, is de huisarts de aangewezen persoon om deze patiënten te begeleiden. Goede palliatieve zorg vereist persoonsgerichte begeleiding, medische expertise en samenwerking tussen zorgverleners. Een prominentere rol van de huisarts in de oncologische zorg vergt investeringen in de huisartsenpraktijk en afspraken binnen het regionale zorgnetwerk.
Reacties