De huisarts heeft een centrale positie in ons zorgsysteem: eerste aanspreekpunt voor patiënten en poortwachter, gids en coördinator bij hun gang door het zorgsysteem. Vrijwel alle veranderingen in ons zorgstelsel hebben daarom invloed op de uitoefening van ons vak. Maar ook in de huisartsgeneeskunde zelf zijn er belangrijke ontwikkelingen die het vak in beweging houden.
De afgelopen 10 jaar
Diagnostiek
Inmiddels beschikken vrijwel alle huisartsen over verschillende sneltests (‘point-of-care’-tests), zoals de CRP-sneltest en de zuurstofsaturatiemeter. Ook zijn er meer mogelijkheden om in eigen beheer aanvullende diagnostiek te laten verrichten (zoals holter-registratie en echografie van hart en uterus). Dit leidt tot meer gerichte – en ook vaak minder – verwijzingen naar de tweede lijn. De mogelijkheden om collega’s in de tweede lijn via een beveiligde omgeving elektronisch te consulteren, zoals bij teledermatologie en telenefrologie, hebben eveneens dit effect. Zo resulteerde het gebruik van teledermatologie in een door de huisarts geselecteerde groep patiënten in een reductie van het aantal verwijzingen naar de dermatoloog van 68%.1 Daarnaast is het scala aan richtlijnen van onze beroepsgroep uitgebreid met standaarden over onder andere diagnostiek en behandeling van somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK), obesitas, chronische nierschade en verdachte huidafwijkingen. Sinds 2012 worden deze richtlijnen ‘breder’ ontwikkeld, in samenwerking met…
Reacties