Oncologieonderwijs aan Europese medische faculteiten onbevredigend volgens een WHO/UICC-enquête

Perspectief
W. Bender
E.M.L. Haagedoorn
J. Oldhoff
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1874-7

In 1991-1992 verrichtte het WHO Collaborating Centre for Cancer Education – Groningen een onderzoek naar de stand van zaken met betrekking tot het onderwijs in de oncologie aan de medische faculteiten in Europa. Het onderzoek vond plaats op verzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Union Internationale Contre le Cancer (UICC), en was onder andere bedoeld om feitenmateriaal te verzamelen ten behoeve van een 3-daagse workshop in Praag in april 1992.1 Ruim 10 jaar eerder waren gedurende een Geneefse conferentie belangrijke aspecten ten aanzien van het oncologieonderwijs in Europa vastgelegd, en werd een reeks van aanbevelingen gedaan.2 De deelnemers aan de Praagse vervolg-workshop kwamen uit Europa en de V.S.; onder hen waren onderwijsexperts en anderszins bij het kankeronderwijs betrokken personen. De resultaten van het overleg werden in een WHOUICC-publikatie bekendgemaakt.3 In dit artikel wordt uitsluitend ingegaan op de resultaten van het onderzoek aan de medische faculteiten.

De

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit, Faculteit der Geneeskunde, WHO Collaborating Centre for Cancer Education, pa Bureau Onderzoek van Onderwijs, Ant. Deusinglaan 1, 9713 AV Groningen.

Dr.W.Bender, psycholoog.

Academisch Ziekenhuis, afd. Chirurgische Oncologie, Groningen.

Mw.dr.E.M.L.Haagedoorn; prof.dr.J.Oldhoff, chirurg.

Contact dr.W.Bender

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties