Zie ook het artikel op bl. 1048.
In de tweede helft van de vorige eeuw hebben enkele pioniers de academische fundamenten gelegd van wat destijds geen apart en bloeiend specialisme was en thans wel: de huisartsgeneeskunde. Van deze pioniers heeft de latere hoogleraar F.J.A.Huygen de langdurigst-productieve wetenschappelijke erfenis nagelaten, de Nijmeegse ‘Continue morbiditeitsregistratie’ (CMR). Deze cohortstudie begon in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het doel ervan was ‘het beschrijven van ziekten in de huisartspraktijk’, met het oogmerk onderzoek daarnaar te kunnen doen en onderwijs erover te kunnen geven. De belangrijkste opbrengsten van deze, door de opvolgers van Huygen met onverminderd enthousiasme voortgezette, diepte-investering zijn het veelgebruikte boek ‘Ziekten in de huisartspraktijk’1 en een nog steeds doorgaande stroom wetenschappelijke publicaties en proefschriften.
In dit nummer van het Tijdschrift presenteren een huisarts in opleiding en haar wetenschappelijk begeleider een fraai voorbeeld van het soort studies dat met deze…
Reacties