artikel
Waarom dit onderzoek?
Na 9 en 11 jaar follow-up heeft de ‘European randomised study of screening for prostate cancer’ (ERSPC) laten zien dat PSA-screening weliswaar overlevingswinst geeft, maar dat dit ten koste gaat van overbehandeling bij ongeveer 40% van de patiënten.
Onderzoeksvraag
Hoe valt de balans uit na een follow-upduur van 13 jaar?
Hoe werd dit onderzocht?
De ERSPC is een gerandomiseerd multicentrisch onderzoek waarin mannen van 50-74 jaar (mediaan: 60,2 jaar) werden gerandomiseerd tussen een PSA-screeningsgroep en een controlegroep. In de gescreende groep werden prostaatbiopten genomen bij een PSA-waarde ≥ 3,0 μg/l. De primaire uitkomstmaat was prostaatkanker-specifieke mortaliteit.
Belangrijkste resultaten
In de gescreende groep werden 7408 patiënten gediagnostiseerd met prostaatkanker vergeleken met 6107 in de controlegroep; omgerekend is dat een incidentie van respectievelijk 9,55 en 6,23 promille. Het relatief risico in de gescreende groep om na 13 jaar aan prostaatkanker te overlijden was 0,79 (95%-BI: 0,69-0,91). Dit betekent dat 781 mannen gescreend moeten worden en 27 mannen behandeld moeten worden om 1 prostaatkankeroverlijden te voorkomen.
Consequenties voor de praktijk
De follow-upduur van 13 jaar in het ERSPC-onderzoek laat een significante overlevingswinst zien. Deze gaat echter gepaard met een negatieve impact op de kwaliteit van leven door de forse overdiagnostiek. De auteurs concluderen dat de tijd voor bevolkingsonderzoek naar prostaatkanker pas rijp is wanneer deze overdiagnostiek verminderd is. Toch mag PSA-onderzoek op verzoek van een goed geïnformeerde patiënt niet geweigerd worden.
Literatuur
Schröder FH, Hugosson J, Roobol MJ, Tammela TL, Zappa M, Nelen V, et al. Screening and prostate cancer mortality: results of the European Randomised Study of Screening for Prostate Cancer (ERSPC) at 13 years of follow-up. Lancet. 6 augustus 2014 (epub). Medline
Reacties