Samenvatting
Op afdelingen Spoedeisende Hulp melden zich relatief veel patiënten met non-urgente klachten. Het is niet bekend of de hulpvraag bij non-urgente toestanden mede wordt bepaald door de aanwezigheid van psychiatrische problemen. Wij verrichtten een dwarsdoorsnede-onderzoek onder 711 patiënten van een niet-traumatologische afdeling Spoedeisende Hulp. Onderzocht werden de prevalentie en determinanten van non-urgentie onder alle patiënten en van psychiatrische stoornissen onder de non-urgente patiënten. Van alle patiënten had 31 non-urgente klachten. Patiënten die uit zichzelf kwamen en jong volwassenen bleken vaker non-urgente klachten te hebben. In ons onderzoek was echter slechts 17 van de patiënten ‘zelfverwijzer’. Van de patiënten met non-urgente klachten had 59 een score ≥ 5 op de ‘general health questionnaire’ (GHQ), hetgeen indicatief is voor het bestaan van een psychiatrische stoornis. Chronische aanmeldingsklachten, het vermelden van belastende levensgebeurtenissen, het gebruik van psychofarmaca en alcoholisme bleken determinanten voor een hoge score, maar de specificiteit van deze kenmerken was gering. Het is aan te bevelen om bij non-urgente patiënten tijdens de algemene anamnese vragen te stellen met betrekking tot de psychiatrische toestand.
Reacties