In 2007 publiceerde de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) de recentste herziening van haar evidence-based richtlijn ‘Astma bij kinderen’ (www.nvk.nl/Kwaliteit/Richtlijnenenindicatoren/Richtlijnen/Astmabijkinderen/tabid/311/language/nl-NL/Default.aspx). Een belangrijke wijziging in deze richtlijn ten opzichte van de versie uit 2002 ging over de monitoring van kinderen met astma bij wie een onderhoudsbehandeling met inhalatieglucocorticoïden is ingesteld.
‘Het meten van FeNO [de fractie van stikstofmonoxide in de uitademingslucht, PB] in de monitoring van allergisch astma bij kinderen > 4 jaar wordt aanbevolen’, zo stelt de herziene richtlijn. Dit advies kwam tot stand op grond van studiegegevens waarin FeNO een correlatie vertoonde met de mate van eosinofiele ontsteking in slijmvliesbiopten uit de luchtwegen.1 Daarom werd FeNO-monitoring ook wel ‘inflammometrie’ genoemd. Daarnaast was er een gerandomiseerde trial waarin de dosis inhalatieglucocorticoïden tijdens de behandeling van astma werd vastgesteld op basis van alleen klachten of op basis van klachten én FeNO-metingen. In de FeNO-groep was de bronchiale hyperreactiviteit…
Reacties