artikel
Voormalige topvoetballers hebben in vergelijking met de algemene populatie vaker artrose van hun knieën en enkels. Marie-Therese Kuijt van het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid (AMC, Amsterdam) en collega’s concluderen dit aan de hand van hun systematische review (J Sci Med Sport. 2012; epub 7 mei).
Dat voetbal degeneratieve afwijkingen aan knieën en enkels kan veroorzaken is al langer bekend. Het huidige spel – doorgaans sneller, intenser en agressiever dan vroeger – leidt mogelijk tot een veranderde prevalentie van artrose bij profvoetballers. Slechts 4 artikelen voldeden aan de uitgebreide inclusiecriteria die de auteurs opstelden.
De onderzoekers van 2 studies – in totaal 90 ex-voetballers van rond de 50 jaar met een professionele carrière van meer dan 10 jaar – diagnosticeerden artrose radiografisch. De prevalentie van knieartrose varieerde van 60-80%. De andere 2 studies maakten gebruik van vragenlijsten: 12-17% van de meer dan 500 topspelers gaven aan dat zij ooit de diagnose ‘enkelartrose’ van hun dokter te horen kregen. 40-46% van de oud-voetballers had versleten knieën. Ter vergelijking: de prevalentie van knieartrose bij Britse 50-plussers bedraagt 25%; bij personen die beroepsmatig de knieën veel belasten, is dit 34%.
De auteurs suggereren dat de gevonden verschillen in prevalentie te verklaren zijn door de manier van vaststellen, aangezien radiologisch onderzoek vaker tot de diagnose leidde. Of de uitkomsten reden tot zorg zijn, is niet bekend. De onderzoekers beschikten namelijk niet over gegevens over kwaliteit van leven, activiteitenniveau en werkparticipatie. Toch pleiten ze voor een preventieprogramma, waarin het terugdringen van blessures een hoofdrol speelt.
(Bijdrage: Christel van Dongen.)
Reacties