Samenvatting
- Het genomisch werkingsmechanisme van glucocorticoïden (GC’s) kan grofweg worden opgesplitst in transrepressie, vooral leidend tot anti-inflammatoire werking, en transactivatie, vooral leidend tot metabool-endocriene bijwerkingen.
- Selectieve glucocorticoïdreceptoragonisten (SEGRA’s) veroorzaken selectief transrepressie, waardoor de beoogde anti-inflammatoire werking van GC’s ontstaat met minder bijwerkingen.
- Stikstofoxide(NO)-afgevende geneesmiddelen hebben synergistische werking; bij nitrosteroïd is NO gekoppeld aan GC, waardoor een synergistisch anti-inflammatoir effect optreedt.
- Doelgerichte geneesmiddelbehandeling (‘drug targeting’) kan met GC’s bereikt worden door ze in te bouwen in polyethyleenglycol(PEG-)liposomen, zodat op de plaats van ontsteking zeer hoge concentraties van GC’s bereikt worden.
- Goed opgezet onderzoek is nodig om de plaats te bepalen van SEGRA’s, nitrosteroïden en liposomale GC’s in de klinische praktijk.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:476-80
Reacties