Samenvatting
Drie nieuwe ontwikkelingen betreffende therapie met niet-steroïde anti-inflammatoire medicijnen (NSAID's) zijn: de ontdekking van twee iso-enzymen van cyclo-oxygenase (COX-1 en -2), de ontdekking van NO-NSAID's en het zonder recept beschikbaar komen van laaggedoseerde NSAID's.
COX-1-producten hebben een voornamelijk fysiologisch regulerende en protectieve werking, terwijl COX-2-producten als inflammatoire agentia werken.
De eerste klinische resultaten met selectieve COX-2-inhibitoren leken bemoedigend wat betreft gastro-intestinale bijwerkingen. Recente dierexperimentele gegevens wijzen er echter op dat ontstekingsremming met COX-2-antagonisten vermoedelijk alleen optreedt wanneer hoge doses worden gebruikt, waardoor echter ook COX-1 wordt geantagoneerd.
Wellicht ook veelbelovend is de ontwikkeling van NSAID's waaraan een stikstofmono-oxide gekoppeld is, de zogenaamde NO-NSAID's. Deze middelen zouden de microcirculatie kunnen beschermen door lokale vrijmaking van NO. Ervaring met deze producten in de praktijk ontbreekt echter nog vrijwel geheel.
Laaggedoseerde NSAID's zijn nu zonder recept verkrijgbaar. Voorzover bekend is het risico van deze NSAID's gering vanwege deze lage dosis. Toch verdient het aanbeveling de bekende risicogroepen in het oog te houden: ouderen, patiënten met een gastro-intestinaal ulcus in de voorgeschiedenis of met comorbiditeit, patiënten die reeds NSAID's of anticoagulantia gebruiken.
Reacties