Samenvatting
- De recentelijk ontwikkelde, doelgerichte (‘targeted’) therapieën met remmers van epidermale groeifactorreceptor (EGFR) en van de angiogenese zijn gericht op specifieke tumorkenmerken.
- EGFR-remmers zoals erlotinib en gefitinib kunnen leiden tot remissie. Bij niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) is dit vooral het geval bij specifieke EGFR-mutaties, die vaker voorkomen bij Aziaten, vrouwen, niet-rokers en bij adenocarcinomen. Andere mutaties, met name in het EGFR- en het K-ras-gen, leiden tot resistentie.
- Bij onbehandelde patiënten met gemetastaseerd NSCLC geven EGFR-remmers geen voordeel, maar bij eerder behandelde patiënten geeft erlotinib een overlevingswinst van 2 maanden.
- De selectiecriteria voor behandeling met EGFR-remmers worden nog onderzocht.
- Het angiogeneseremmende antilichaam tegen vasculair-endotheliale groeifactorreceptor bevacizumab als eerstekeusbehandeling in combinatie met chemotherapie geeft een mediane overlevingswinst van 2 maanden bij gemetastaseerd NSCLC.
- Het combineren van EGFR-remmers en angiogeneseremmers is een rationele antikankerstrategie, en wordt onderzocht.
- Verwacht wordt dat met deze nieuwe middelen de behandeling van gemetastaseerd NSCLC beter en doelgerichter zal worden.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:928-32
Reacties