Nieuwe inzichten in de pathogenese en therapie van het ulcus pepticum

Klinische praktijk
G.N.J. Tytgat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:1799-802

Hoewel in de laatste jaren een belangrijke vermindering in het vóórkomen van het peptisch ulcus valt waar te nemen, maakt nog steeds naar schatting 10 van de bevolking een ulcus duodeni door. In toenemende mate worden ulcera ventriculi als gevolg van medicijngebruik gezien. Al vóór eind 1976 cimetidine op grote schaal op de markt werd gebracht, was vermindering waar te nemen van het aantal ziekenhuisopnamen en het aantal electieve operaties wegens een ulcus. Deze daling heeft zich sindsdien nog in belangrijke mate doorgezet. Recente bevindingen hebben vele nieuwe vragen over pathogenese en therapie opgeroepen. Een deel van de nieuwe ontwikkelingen willen we hier bespreken.

Is de zuurproduktie wel zo belangrijk?

Bij het ulcus duodeni wordt nog steeds vooral belang gehecht aan een verhoogde basale en gestimuleerde zuursecretie. Afwijkingen worden echter slechts bij een minderheid (10-15) van de patiënten met een dergelijk ulcus waargenomen. In geval van ulcus ventriculi is er…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, afd. Maag-, darm- en leverziekten, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Prof.dr.G.N.J.Tytgat, gastro-enteroloog.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties