Toets voor nascholing (verlopen)
Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.
Samenvatting
- Uit observationeel onderzoek is bekend dat hyperglykemie samenhangt met het risico op macro- en microvasculaire complicaties, maar een verlaging van de bloedglucosewaarde vertaalt zich niet automatisch in betere patiëntuitkomsten.
- Recentelijk is aangetoond dat GLP-1-agonisten (subcutane injecties) en SGLT-2-remmers (tabletten) bij patiënten met diabetes mellitus type 2 én hart- en vaatziekten een gunstig effect hebben op ‘major cardiovascular adverse events’, maar de praktijkervaring is nog beperkt en de kosten zijn hoog.
- Bij patiënten met hartfalen en nierproblemen hebben SGLT-2-remmers mogelijk additionele voordelen.
- Metformine heeft mogelijk vasculaire voordelen, maar van sulfonylureumderivaten, insuline en DPP-4-remmers zijn deze voordelen niet aangetoond.
- Bij diabetespatiënten met een laag risico op hart- en vaatziekten is van geen enkel bloedglucoseverlagend middel voldoende aangetoond dat het een gunstig effect heeft op cardiovasculaire complicaties.
- De resultaten van de grote gerandomiseerde onderzoeken naar de effecten van de nieuwe bloedglucoseverlagende middelen dragen bij aan een meer gepersonaliseerde behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2.
- De keuze voor een bepaalde behandeling hangt af van het individuele risico op complicaties, het doel van de therapie, de voorkeur van de patiënt en de kosten
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D4778
Vakgebied
Reacties