Metformine is de eerste stap bij de behandeling van patiënten met type 2-diabetes bij wie het risico op hart- en vaatziekten niet ‘zeer hoog’ is, aldus de NHG-standaard ‘Diabetes mellitus type 2 (2021)’. De tweede stap is een sulfonylureumderivaat, maar is deze glucoseverlager wel de beste keus?
Door de vergrijzing en de toenemende prevalentie van obesitas stijgt het aantal patiënten met type 2-diabetes (DM2) nog altijd gestaag. De preventie en behandeling van DM2 blijft daarom vooralsnog aan de orde van de dag. Op het vlak van de behandeling van DM2 hebben we grote stappen vooruit gezet. De behandeling is gericht op het voorkómen van complicaties op de lange termijn, zoals microvasculaire complicaties en hart- en vaatziekten, verantwoordelijk voor de grootste ziektelast, de meeste sterfgevallen en de hoogste kosten.1,2 Een multifactoriële aanpak met strikte glucoseverlaging en de behandeling van cardiovasculaire risicofactoren is hierbij effectief gebleken.1 Voor patiënten met een zeer hoog risico op hart- en vaatziekten wegens eerder aangetoonde hart- of vaatziekte of chronische nierschade is daar recentelijk een behandelingsmodaliteit aan toegevoegd, namelijk de preferentiële inzet van twee nieuwe klassen glucoseverlagende geneesmiddelen: SGLT2-remmers en GLP1-receptoragonisten. Feitelijk is dit een vorm van secundaire preventie.3 Voor patiënten…
Reacties