een literatuuroverzicht

Nieuwe bloedglucoseverlagende middelen bij type 2-diabetes

Onderzoek
Nanne Kleefstra
K.J.J. (Hans) van Hateren
S.T. (Bas) Houweling
Simon Verhoeven
Adriaan Kooy
A.N. (Lex) Goudswaard
Henk J.G. Bilo
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A886
Abstract

Samenvatting

Doel

Beschrijven van de effectiviteit en veiligheid van de glucagonachtig peptide 1(GLP-1)-analogen exenatide en liraglutide en de dipeptidylpeptidase 4(DPP-4)-remmers vildagliptine en sitagliptine, die in Nederland geregistreerd zijn voor de behandeling van diabetes mellitus type 2.

Opzet

Literatuurstudie.

Methode

In Medline werd tot en met augustus 2009 gezocht naar systematische reviews en gerandomiseerde studies met een minimale duur van 12 weken bij patiënten met type 2-diabetes. Twee beoordelaars selecteerden de artikelen op basis van de titel, samenvatting en zo nodig de volledige tekst.

Resultaten

In aanvulling op 1 systematische review over GLP-1-analogen en 1 over DPP-4-remmers werden 10 studies over DPP-4-remmers en 16 studies over GLP-1-analogen geselecteerd. Volgens deze studies geven de DPP-4-remmers vildagliptine en sitagliptine een HbA1c-daling van gemiddeld 0,6 respectievelijk 0,7 procentpunt. GLP-1-analogen leiden tot een HbA1c-daling van gemiddeld 1 procentpunt, vergelijkbaar met insuline. Sitagliptine wordt in verband gebracht met een geringe toename van het aantal bovenste luchtweginfecties. Gebruik van GLP-1-analogen gaat bij een groot deel van de mensen gepaard met gastro-intestinale bijwerkingen. Er lijkt een geringe gewichtstoename te zijn bij gebruik van DPP-4 remmers en een afname bij GLP-1-analogen. Van geen van beide groepen middelen zijn resultaten bekend over het effect op micro- en macrovasculaire complicaties en mortaliteit.

Conclusie

GLP-1-analogen reguleren de bloedglucosewaarden even effectief als de gangbare middelen; DPP-4 remmers zijn minder effectief. GLP-1-analogen leiden tot een duidelijke gewichtsreductie terwijl de DPP-4-remmers een geringe gewichtstoename geven. Gegevens over effectiviteit en veiligheid op de langere termijn zijn nog niet voorhanden.

Auteursinformatie

Isala Klinieken, Diabetes Kenniscentrum, Zwolle.

Dr. S. Verhoeven, huisarts.

Bethesda Diabetes Research Centrum, Hoogeveen.

Dr. A. Kooy, internist (tevens Ziekenhuis Bethesda, afd. Interne Geneeskunde, Hoogeveen).

Nederlands Huisartsen Genootschap, afd. Richtlijnontwikkeling en Wetenschap, Utrecht.

Dr. A.N. (Lex) Goudswaard, huisarts.

Contact drs. N. Kleefstra (kleefstra@langerhans.com)

Verantwoording

Belangenconflict: dr. A. Kooy en prof.dr. H.J.G. Bilo zijn lid van een adviescommissie bij Merck Sharp & Dohme. Dr. A. Kooy is lid van een adviescommissie van Novo Nordisk. Financiële ondersteuning: prof.dr. H.J.G. Bilo ontvangt een non-restricted grant voor onderzoek van Novo Nordisk. Voor dit literatuuronderzoek werd geen financiële ondersteuning ontvangen.
Aanvaard op 29 oktober 2009

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Diabetes mellitus
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties