De toenemende druk op het zorgsysteem maakt het essentieel om de beperkte middelen doelmatig in te zetten. Hoe stop je met niet-effectieve zorg? Twee voorbeelden uit de praktijk.
Samenvatting
De toenemende druk op het zorgsysteem maakt het essentieel om de beperkte middelen doelmatig in te zetten. Naast implementatie van kosteneffectieve zorg, is het ook belangrijk om niet-effectieve zorg niet langer toe te passen (‘de-implementatie). In twee recente Nederlandse voorbeelden, over de-implementatie van rugpijnzorg en tonsillectomieën of adenotomieën, blijkt dat de-implementatie enkele decennia kan duren. Wij beschrijven bevorderende en belemmerende factoren voor de-implementatie uit de literatuur: persoonlijke factoren van de behandelaar – bijvoorbeeld kennis, sociaal-politieke factoren – bijvoorbeeld verzekerde zorg, factoren die betrekking hebben op de innovatie – bijvoorbeeld richtlijnen, en organisatorische factoren – bijvoorbeeld zorginkoop. De-implementatie kan worden versneld door op deze factoren te focussen. De aanpassing van vergoedingssystemen en verbetering van de toepasbaarheid van richtlijnen in combinatie met (de-)implementatieactiviteiten, zoals training en campagnes, lijken hierbij kansrijk.
zorg ineffectief bij onbekendheid oorzaak gevolgverhaal
Als voorkomen van leefstijlaandoeningen de kern gaat vormen van ons geneeskundig denken, dan zullen we nog minder kosten hebben aan niet effectieve behandelingen. Nu vallen ze dus achteraf pas "door de mand".
Vooral door het terugontwikkelen van preventiekennis en -kracht om de enorme toename van de genoemde rugproblemen een halt toe te roepen kan het kostenplaatje op termijn gunstiger worden. Daar diezelfde kennis ook het voorkomen van artrose naar beneden kan krijgen, kunnen er twee vliegen in klap geslagen worden. Rond deze degeneratieve musculoskeletale aandoeningen hebben we te lang oooh en aaah geroepen om de vele oplossingen, die er uit het Anglo-Amerikaanse geneeskunde denken naar voren zijn geschoven, hier te adoreren en daar verdienmodellen omheen te bouwen. Het oorzaak-gevolgverhaal van deze (en meer) musculoskeletale aandoeningen was echter hier in Europa, ook in ons land goed bekend. In 1976 hield de kersverse (buitengewoon, de chirurgen stonden meer niet toe aan de VU) hoogleraar orthopedie dr.L. Koekenberg in zijn oratie ons de spiegel voor: bij het vrijwel verdwijnen van "orthopedische kennis" in het medisch curriculum en het toen al naar de operatiekamers trekken van zijn beroepsgenoten om de grote innovaties in het vak, de gewrichtsprothesiologie tot corebusiness te maken, zal de toename van musculoskeletale aandoeningen enorm worden. Precies in deze fase zijn we en kon bovenstaand artikel niet uitblijven.
Wat kon in zijn grote kennis van de historie van "de Orthopaedie" anders bedoeld worden met ontbrekende kennis , dan het volledig verdwijnen in de geneeskunde, maar ook in het onderwijs en de opvoeding thuis, dat alleen de hulp bij het ontwikkelen van een goede gezonde lichaamshouding je tijdens de groei en zeker in de volwassenheid beschermt tegen juist die rugklachten en artrose, waar we nu zoveel van hebben en nog wel in steeds jongere leeftijdsklassen. Bij zijn oratie had de orthopedie al 200 jaar aan opbouw gewerkt om haar startmissie, de ondertitel van het boek van Andry uit 1741, uit te bouwen: "Orthopaedie, ofwel de kunst om bij kinderen alle lichamelijke problemen weg te houden of te corrigeren en wel met alle middelen, die de vaders en de moeders en ieder, die helpt kinderen op te voeden ten dienste staan". Het niet op stoelen laten zitten door kinderen, het (vrije)spel, maar zeer zeker de gymnastiek en de schoolbanken (ergonomisch zeer goed onderbouwd) werden na invoering van de schoolplicht ook in ons land geïmplementeerd, de eerste zelfs bij wet (1941). Bij problemen werden de heilgymnastiek, de corsetten en beugels (nu: orthesen) ingezet.
Van al die goed verspreide kennis dat een gezonde houding ontwikkelen je beschermt tegen vooral degeneratieve musculoskeletale aandoeningen is vrijwel niets meer overgebleven in de common sense, de opvoeding, het onderwijs en in alle opleidingen die over bewegen, sport en stoornissen in en van het steun- en bewegingsapparaat gaan. Minister Dijkgraaf heeft op onze brief hierover aangegeven, dat het ministerie alleen "stelselverantwoordelijk" is en niet voor inhoud van het onderwijs en de opleidingen. En zo viel de goede lichamelijke gezondheids-ontwikkeling van de jeugd vele decennia tussen wal en schip, want ook op VWS is er geen directoraat wat deze tak van preventie kent of terug ontwikkelt. Pennywise in het Onderwijs is Poundfoolish in de Zorg gebleken. Terwijl de klassieke Europese orthopedie daar ook bij ons zo lang voor gewaarschuwd heeft, maar zichtbaar in de zorgcijfers in Noord- en Oost-Europa haar preventiekracht redelijk op orde wist te houden.
P.J.M. van Loon, M.Roukens,F.B.Thunnissen and J.Munneke (†). A similar approach in Bracing of Adolescent Scoliosis and Kyphosis with the use of Growth itself in thoracolumbar Lordotic Intervention(TLI).
Studies in Health Technology and Informatics, 2012:176:68-76.
P.J.M. van Loon, R.H.G. van Erve,R.A.B. Oostendorp
Wat zitten met de kinderrug doet. Zet de oefentherapeut, maar vooral de spieren van het kind aan het werk!
Beweegreden, Vakblad voor Oefentherapeuten César en Mensendieck; Jaargang 11, 4aug.2015;16-19
reactie auteurs
Beste heer van Loon, beste Piet,
Dank voor de reactie en de inzichten! Helemaal mee eens dat ook door goede preventie niet effectieve medische behandelingen binnen de perken gehouden kunnen worden. Laten we ons daarvoor in blijven zetten
Vriendelijke groet,
Pieter Coenen