Niertransplantatie: meer nieren van levende donoren, geïndividualiseerde immunosuppressie en betere resultaten

Klinische praktijk
T. van Gelder
D.A. Hesselink
J.I. Roodnat
J.N.M. IJzermans
W. Weimar
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:955-9
Abstract

Samenvatting

- Terwijl in de periode 1996-2001 het jaarlijkse aantal nieren afkomstig van postmortale donoren daalde van 425 naar 380, nam het aantal getransplanteerde nieren van levende donoren toe van 81 tot 155.

- Er was een opvallende toename van het aantal nierdonaties door niet-bloedverwante donoren (59/155).

- Hoewel de kortetermijnresultaten van niertransplantatie sterk zijn verbeterd en er nog slechts zelden nieren verloren gaan aan acute afstoting, is de gemiddelde levensduur van een getransplanteerde nier slechts gering toegenomen.

- De belangrijkste oorzaak van transplantaatverlies is nu chronische allotransplantaatdisfunctie, een proces dat niet of nauwelijks door de huidige immunosuppressiva te beïnvloeden lijkt.

- Teneinde het risicoprofiel voor hart- en vaatziekten te verbeteren worden ciclosporine, tacrolimus of prednison in sommige centra 6 of 12 maanden na niertransplantatie gestaakt of vervangen door andere middelen. Dit wordt gecompliceerd door het optreden van acute afstoting bij 10-20 van de patiënten.

- Mogelijk wordt het risico op afstoting lager met de komst van een aantal nieuwe immunosuppressiva.

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Afd. Inwendige Geneeskunde: dr.T.van Gelder, mw.J.I.Roodnat en prof.dr.W.Weimar, internisten-nefrologen; D.A.Hesselink, assistent-geneeskundige.

Afd. Heelkunde: dr.J.N.M.IJzermans, chirurg.

Contact dr.T.van Gelder (t.vangelder@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties