Samenvatting
Achtergrond
Geïnfecteerde gewrichtsprotheses kunnen worden behandeld met gentamicinebevattend implantatiemateriaal. Vooral bij patiënten met een slechte nierfunctie kan dit bijwerkingen geven.
Casus
Een 74-jarige vrouw onderging tweemaal een operatie wegens een acuut geïnfecteerde heupprothese. Tijdens beide ingrepen werden gentamicinesponzen (Garacol) ingebracht. Daags na de tweede operatie was haar gentamicineserumspiegel verhoogd tot een toxische waarde. Dit bevestigde het vermoeden dat zij een nierfunctiestoornis had, die waarschijnlijk werd veroorzaakt door de gentamicinehoudende implantatiesponzen. Om nierschade te beperken kreeg patiënte continue veno-veneuze hemofiltratie (CVVH). Bij poliklinische controle 3 maanden later bleek de creatininewaarde in het serum van patiënte genormaliseerd.
Conclusie
Gentamicine uit implantatiesponzen kan lokaal therapeutische concentraties bereiken, maar ook systemische bijwerkingen tot gevolg hebben. Voorafgaand aan het gebruik van de sponzen is controle van de nierfunctie raadzaam. Is deze verminderd dan luidt het advies om terughoudend te zijn bij het gebruik van deze implantatiesponzen. Bij een toxisch verhoogde waarde kan CVVH de – op termijn reversibele – nierschade beperken door de uitscheiding van gentamicine te bespoedigen.
Reacties