Samenvatting
Doel
Bepalen van de prevalentie van op een intensive care unit (ICU) opgelopen infecties en van de risicofactoren daarvoor.
Opzet
Puntprevalentieonderzoek.
Plaats
78 Nederlandse ICU's.
Methode
Door middel van een uitgebreide vragenlijst werden de gegevens van alle patiënten verzameld die op 29 april 1992 op de deelnemende ICU's waren opgenomen, en de follow-up-gegevens na 6 weken.
Resultaten
Op de ICU's lagen 472 patiënten; 176 (37) hadden een infectie, 74 (16) van de infecties waren op de ICU ontstaan. De belangrijkste risicofactoren waren: de duur van het verblijf op de ICU (relatief risico (RR) 4,23 (95-betroubaarheidsinterval: 3,32-5,40), 99,37 (22,26-434,50) en 146,79 (32,83-656,30) bij een verblijfsduur van respectievelijk 3-4 dagen, 1-2 en > 3 weken, ten opzichte van een verblijfsduur van 0-2 dagen), gecorreleerd met de ernst van de ziekte (orgaandysfunctie) en de verrichte medische interventies (beademing, urinecatheter). Het ICU-infectierisico was bij patiënten die een electieve operatie hadden ondergaan kleiner dan bij patiënten die geen operatie voor IC-opname hadden ondergaan; bij patiënten die een spoedoperatie hadden ondergaan was het ICU-infectierisico juist groter. In de follow-up-periode overleden 63 (14) van de patiënten. Patiënten met ICU-infecties hadden een hoger overlijdensrisico; de sterkste prognostische factor voor het overlijdensrisico was de APACHE II-score (RR: 13 (3,89-42,69) bij een score van 16-26, en RR > 100 (7,67-1377,93) bij een score > 31).
Conclusie
Op de ICU verworven infecties vormen een ernstig probleem. Aanpassingen van infectiepreventie en controlebeleid zijn noodzakelijk.
Reacties