Dames en Heren,
Van alle patiënten met een myocardinfarct op de SEH of Eerste Harthulp (EHH), heeft 5-10% geen obstructief coronairlijden, dat wil zeggen: < 50% stenose van de coronairarterieën. Dit wordt ‘myocardial infarction with nonobstructive coronary arteries’ (MINOCA) genoemd. MINOCA leidt vaak tot dilemma’s over diagnostiek en behandeling. Geregeld is de aanvullende analyse incompleet en de diagnose onduidelijk, met inadequate behandeling als gevolg. In deze klinische les illustreren wij het belang van adequate diagnostiek aan de hand van 3 patiëntbeschrijvingen.
Patiënt A, een 69-jarige vrouw, bezocht de EHH vanwege in de nacht, peracuut ontstane druk op de borst. Er waren geen vegetatieve verschijnselen, maar de pijn straalde wel uit naar de linker bovenarm. Tijdens een kortdurende opname 5 dagen eerder vanwege een TIA was zij begonnen met clopidogrel. Haar verdere voorgeschiedenis vermeldde fibromyalgie en hypertensie, waarvoor zij metoprolol 50 mg 1 dd gebruikte.
Bij lichamelijk onderzoek was de bloeddruk 154/86 mmHg bij een BMI van 28,6 kg/m2. Bij auscultatie werden aan hart en longen geen bijzonderheden waargenomen. Er was geen sprake van perifeer oedeem. Het ecg liet afwijkingen zien die pasten bij een doorgemaakt anterolateraal infarct, waarbij ten opzichte van het ecg van 5 dagen eerder nu ook negatieve T-toppen over de voorwandafleidingen zichtbaar waren (figuur 1). De concentratie van het hoogsensitief troponine-T (hsTnT) was aanvankelijk 601 ng/l en steeg door naar maximaal 685 ng/l (referentiewaarde: < 14 ng/l). Op…
Reacties