Samenvatting
In de periode juni-september 2003 veroorzaakte een multiresistente Escherichia coli-stam een epidemie op een chirurgische afdeling van het Deventer Ziekenhuis. Deze stam produceerde een β-lactamase met verbreed spectrum, waardoor hij ongevoelig was voor 3e-generatiecefalosporinen. Tevens was de stam ongevoelig voor co-trimoxazol, gentamicine en de chinolonen, zodat alleen behandeling met carbapenems nog mogelijk was. Er werden 8 patiënten gekoloniseerd. Genotypering van de stammen door middel van geamplificeerd fragmentlengtepolymorfisme toonde aan dat het om verspreiding van 1 stam ging. Er werd een multidisciplinair beleidsteam geformeerd, belast met de coördinatie van de maatregelen en de communicatie naar pers en betrokkenen. Maatregelen bestonden uit contactisolatie en extra aandacht voor handhygiëne. Toen dit onvoldoende effectief bleek, zijn alle patiënten op de afdeling gescreend en is er voor enkele dagen een opnamestop afgekondigd. Na het instellen van cohortverpleging is de epidemie tot staan gebracht. Er waren geen aanwijzingen voor verspreiding van resistentiegenen door plasmiden. Bij poliklinische controle enkele maanden na de epidemie bleken nog 3 patiënten tijdens hun opname besmet met de epidemische stam. Zij waren reeds ontslagen toen alle patiënten gescreend werden op besmetting. In een naonderzoek, uitgevoerd 9 maanden na de initiële besmetting, bleken 3 van 6 onderzochte patiënten, die inmiddels thuis verbleven, nog steeds gekoloniseerd te zijn. Dergelijke patiënten vormen een gevaar voor herintroductie van multiresistente bacteriën in het ziekenhuis en dienen bij heropname preventief geïsoleerd en gescreend te worden.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:2281-6
Reacties