Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in de mortaliteit en morbiditeit van aterme neonaten zonder congenitale afwijkingen, opgenomen op een neonatale intensivecareunit (NICU).
Opzet
Retrospectieve analyse.
Methode
In dit onderzoek werden alle aterme neonaten geëvalueerd die in de periode 1997-2003 geboren werden, zonder congenitale aandoeningen, en opgenomen werden op de NICU van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) te Utrecht. Informatie over de partus, NICU-opname en follow-up tot de leeftijd van 18 maanden, werd verkregen uit de status.
Resultaten
In de studieperiode werden 597 aterme neonaten opgenomen op de NICU; dit kwam neer op 3 à 4 opgenomen neonaten per 1000 aterme pasgeborenen in de regio Utrecht. Van de pasgeborenen werd 47% opgenomen wegens asfyxie, 17% wegens respiratoire problemen en 12% wegens een infectie. In 79% vond de geboorte onder 2e lijnszorg plaats; in 29% was de bevalling begonnen onder eerstelijnszorg als laagrisicobevalling. 21% van de neonaten werd op de NICU opgenomen na een geboorte onder eerstelijnszorg. Bijna 15% van de neonaten overleed op de NICU, in 89% van de gevallen als gevolg van asfyxie. Van de kinderen met asfyxie die overleefden, had 15% op de leeftijd van 18 maanden een handicap.
Conclusie
Post-partum opname van een, in aanleg gezonde, aterme neonaat op de NICU is een ernstige perinatale uitkomst, en verdient verder onderzoek. Verschillende factoren die hierbij een rol spelen moeten nader geanalyseerd worden, bijvoorbeeld door middel van perinatale audits.
Reacties