Moleculaire epidemiologie van hepatitis A in Nederland; het nut van het typeren van geïsoleerde virusstammen

Onderzoek
S.M. Bruisten
G.M.S. Tjon
J.A.R. van den Hoek
C.J. Wijkmans
H.M. Götz
R.A. Coutinho
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2779-86
Abstract

Samenvatting

Doel

Het nagaan van epidemiologische verbanden tussen diverse uitbraken van hepatitis A in Nederland in 2001-2004.

Opzet

Descriptief.

Methode

Bloedmonsters afgenomen in verband met meldingen van hepatitis A aan de GGD’s in 2001-2004 werden getypeerd door bepaling van de nucleotidesequentie van de VP3-VP1- en de VP1-P2A-regio’s van het genoom van het hepatitis A-virus (HAV). Genetische afstanden werden grafisch weergegeven in zogenaamde fylogenetische bomen.

Resultaten

Het onderzoek naar de verspreiding van verschillende subtypen van HAV liet een duidelijke koppeling zien tussen het HAV-(sub)genotype en het transmissierisico: onder mannen die seks hebben met mannen kwam uitsluitend genotype 1A voor, en onder reizigers naar Afrikaanse landen vooral genotype 1B.

Conclusie

Een database met verschillende virusstammen van hepatitis A-patiënten in Nederland kan, mits goed bijgehouden, als hulpmiddel worden gebruikt voor bevestiging van de klassieke bronopsporing en voor het evalueren van preventiemaatregelen.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2779-86

Auteursinformatie

GGD Amsterdam, Cluster Infectieziekten, Streeklaboratorium, Nieuwe Achtergracht 100, 1018 WT Amsterdam.

Mw.dr.S.M.Bruisten en mw.dr.G.M.S.Tjon, moleculair biologen; mw.dr.J.A.R.van den Hoek, mw.dr.C.J.Wijkmans en mw.dr.H.M.Götz, artsen infectieziekten; hr.prof.dr.R.A.Coutinho, arts-microbioloog.

Contact mw.dr.S.M.Bruisten (sbruisten@ggd.amsterdam.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties