VRAAG 17. Indien men een substitutie met oestrogeen na de menopauze gewenst acht, dient men, bij een nog aanwezige uterus, de kunstmatige cyclus af te sluiten met toevoeging van een progestageen. In de literatuur treft men veelal de raad aan dit te doen met 10 dagen 10 mg 6 dehydroretroprogesteron. Indien men het in de plaats daarvan wil doen met medroxyprogesteronacetaat, heeft dan 5 mg per dag een even groot effect ter beperking van de kans op endometriumcarcinoom, of moet men hiervan ook 10 mg geven?
ANTWOORD. Oestrogenen worden in de post-menopauze toegediend ter preventie of behandeling van vasomotore klachten (opvliegingen), van een scala van andere klachten zoals dyspareunie als gevolg van een atrofisch slijmvlies van de vagina, en van osteoporose. De bedoeling van de toevoeging van progestativa aan de oestrogeensubstitutie is het voorkomen van verdere proliferatie en hyperplasie van het endometrium, omdat aangetoond is dat een endometriumcarcinoom bij voorkeur…
Reacties