Samenvatting
Doel
Identificatie van factoren die de kans op een succesvolle uitwendige versie van kinderen in stuitligging beïnvloeden, en evaluatie van het effect dat poliklinische, geprotocolleerde, uitwendige versie heeft op de wijze van bevallen.
Opzet
Retrospectieve analyse.
Methode
In 2003 werd een protocol voor uitwendige versie ontwikkeld op de polikliniek Verloskunde van het Catharina-ziekenhuis te Eindhoven; dit werd getoetst in een ‘versiespreekuur’. Van alle zwangeren bij wie in de periode januari 2004-juni 2006 tijdens dit spreekuur een poging tot uitwendige versie was uitgevoerd, werden obstetrische kenmerken en de partus geanalyseerd. Van de versies werd 85 uitgevoerd door dezelfde 2 personen (1 verloskundige en 1 gynaecoloog), volgens het protocol.
Resultaten
Uitwendige versie bleek succesvol bij 96 van de 209 zwangeren (46). Bij 1 zwangere moest na de versie een spoedsectio worden verricht wegens een partiële abruptio placentae. Nullipariteit, onvolkomen stuitligging en een laag geboortegewicht van de baby hingen in deze studie samen met een kleinere kans op een succesvolle versie. In de groep waarin de versie succesvol was, was het percentage geboorten via sectio caesarea aanmerkelijk lager (9 versus 83; oddsratio: 0,21; 95-BI: 0,09-0,51).
Conclusie
Uitwendige versie die volgens een standaardprotocol werd uitgevoerd door een vast team, bestaande uit een verloskundige en een gynaecoloog, bleek effectief te zijn: door uitwendige versie nam het aantal aterme stuitliggingen af en daarmee het percentage sectio’s. Dit kan leiden tot een aanzienlijke gezondheidswinst voor de moeder en een belangrijke kostenbesparing voor de gezondheidszorg in Nederland.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1323-8
Reacties