artikel
Ik meld me ziek. In een week vakantie sliep ik steeds slechter, geplaagd door alle werkgerelateerde dingen waarvoor ik geen tijd heb. Onderzoek, ontwikkelingsprojecten, lezingen. Hoewel ik in een universitair ziekenhuis werk, moet dat allemaal buiten werktijd. Maar ik wil ook een goede vader zijn, een schrijver en een hardloper. Vannacht sliep ik hooguit drie uur. Met deze opgebouwde slaapschuld kan ik niet functioneren.
Het besluit om me ziek te melden nam ik midden in de nacht. Ik was tijdens een paniekaanval opgestaan om mijn ademhaling te laten bedaren. Dit is allemaal compleet nieuw voor mij. Nog niet zo lang geleden dacht ik dat ik een elastisch karakter had, dat niets mij kon breken. En nu zit ik hier en kan ik de stressgedachten niet meer de baas zijn. Of is het puur een kwestie van tijdsgebrek?
‘Rust maar even lekker uit.’ Van mijn leidinggevende krijg ik alle ruimte. Ik weet nog steeds niet goed of dit nu een normale reactie op stress is, ik te streng ben voor mezelf of me juist aanstel. Ik besluit het serieus te nemen, maak een afspraak met de bedrijfsarts en vertel wat mijn plan is: ik moet mijn grenzen bewaken en leren ‘nee’ te verkopen. Ik heb geen burn-out, is mijn eigen conclusie, maar wil er een voorkomen.
‘Niet zo lang geleden dacht ik dat ik een elastisch karakter had’
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Voor volgende week heb ik een lezing staan die ik nog moet voorbereiden en voor de week erna een volgende. Ik moet een fondsaanvraag doen, een onderzoeksplan schrijven, een student helpen in de laatste fase van zijn wetenschapsproject en dan zijn er nog tal van kleine klusjes, zoals deze column. Dingen die ik lang geleden heb afgesproken of die ik leuk vind om te doen. Van mijn ‘nee’ van nu profiteer ik pas maanden later.
Na een paar dagen ga ik weer aan het werk. Met voorzichtig plezier, want klinisch werk doet me altijd goed. Ik wijs twee lezingverzoeken af en plan een sabbatical in. Met andere dingen weet ik het niet goed. Wie ben ik om een verzoek van een student af te wijzen? En als we niet meedoen met dat ene medicijnonderzoek, lopen mijn patiënten mogelijk wat mis. Ons artsenwerk staat in dienst van kwetsbare mensen, het belang van ons doen ligt buiten ons. Daardoor voelen we ons onmisbaar, wellicht een beetje meer dan dat we werkelijk onmisbaar zijn. Laat dit mijn les in bescheidenheid zijn.
Reacties