Beeldvorming van hart- en bloedvaten door angiografie en echografie verschaft nauwkeurige anatomische informatie, vooral noodzakelijk voor chirurgische behandeling. Pathofysiologische informatie werd tot voor kort vooral verkregen door drukmeting met behulp van hartcatheters. Tegenwoordig is daarnaast niet-invasieve snelheidsmeting van de bloedstroom mogelijk met behulp van Doppler-echocardiografie.
Doppler-echocardiografie is gebaseerd op het principe dat de waargenomen frequentie van een geluidsgolf verschilt van de uitgezonden frequentie, afhankelijk van de snelheid waarmee de bron beweegt. De Oostenrijker Johann Christian Doppler meende in 1842 hiermee de kleurverschillen van sterren verklaard te hebben.1 De Nederlander Buys Ballot leverde experimenteel bewijs voor het principe van frequentieverandering bij geluid in 1845. Een hoornist op de trein tussen Utrecht en Amsterdam hield een constante toon aan, en een waarnemer met absoluut gehoor langs de spoorlijn noteerde het verschil in toonhoogte bij naderen en verwijderen van de trein. De resultaten bevestigden de theorie van de frequentieverschuiving.2
Reacties