Voor de diagnostiek van ontstekings- en infectiehaarden bestaan er vele klinische, röntgenologische, echografische en scintigrafische mogelijkheden. Vanaf 1971 wordt gallium-67(Ga-67)-citraatscintigrafie voor deze indicatie toegepast.1 In 1976 werden de isolatie en het labelen van autologe leukocyten beschreven.2 Zowel Ga-67- als gelabelde-leukocyten-scintigrafie worden nu routinematig voor patiëntenonderzoek gebruikt. Beide radiofarmaca hebben echter nadelen die de toepasbaarheid beperken. Hierdoor blijft er behoefte aan de ontwikkeling van nieuwe radiofarmaca. Ongeveer 3 jaar geleden werd met indium-111 gelabeld humaan polyklonaal niet-specifiek gammaglobuline (In-111-IgG) geïntroduceerd voor de scintigrafische diagnostiek van ontstekings- en infectiehaarden.3 In dit overzicht wordt de literatuur over In-111-IgG-scintigrafie besproken en wordt deze techniek vergeleken met bekende en andere nieuwe scintigrafische onderzoeken.
Het stapelingsmechanisme van in-111-igg
Rubin et al. vonden bij dierexperimenten met specifieke monoklonale antilichamen dat niet-specifiek IgG tot 48 uur na injectie een stapeling in door Pseudomonas aeruginosa veroorzaakte infectiehaarden toonde die vergelijkbaar was met de stapeling van een…
Reacties