Samenvatting
Doel
Inventarisatie van liesbreukoperaties verricht in 1 jaar. Bepalen van het aantal en de herkomst van recidiefoperaties.
Opzet
Retrospectief.
Plaats
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam.
Methode
Van alle liesbreukoperaties die verricht werden in Amsterdam en Amstelveen in 1994 bij mannen ouder dan 18 jaar werden gegevens opgevraagd bij SIG Zorginformatie en via ziekenhuiscomputerbestanden. Van patiënten met een recidiefliesbreukoperatie werd handmatige analyse van operatieverslagen en statusonderzoek verricht.
Resultaten
In 1994 werden 1108 patiënten aan 1 of 2 liesbreuken geopereerd. Bij 216 patiënten (19,5) betrof het een recidiefliesbreuk; volgens de gegevens van SIG Zorginformatie was dat bij 1751123 patiënten (15,6). De 2 academische ziekenhuizen verrichtten 25,7 van alle liesbreukoperaties in verband met recidief, de 2 opleidingsziekenhuizen 17,9 en de 5 niet-opleidingsziekenhuizen 18,6. Van de vroege recidieven (binnen 2 jaar) werd 82,5 (4757) weer in dezelfde kliniek operatief behandeld, maar van de late recidieven (meer dan 10 jaar) slechts 26,9 (1867). Slechts bij 36216 (16,7) van de recidiefpatiënten werd de operatie verricht door dezelfde chirurg die de primaire ingreep verricht had. De meest gebruikte techniek was die volgens Bassini (59). In de opleidingsziekenhuizen werden meer ‘vroegrecidieven’ operatief behandeld dan in de niet-opleidingsziekenhuizen.
Conclusie
Het percentage liesbreukoperaties verricht wegens een recidief was hoger dan opgegeven door SIG Zorginformatie en ook hoger dan verwacht. Chirurgen krijgen weinig inzicht in het aantal eigen recidieven, aangezien slechts een klein deel door hen zelf wordt geopereerd en veel recidieven pas laat optreden. Mogelijk moeten opleiding en technieken aangepast worden.
Reacties