Johann Sebastian Bach (1685-1750) was 65 jaar oud en in het laatste jaar van zijn leven aanbeland, toen hij besloot zijn alsmaar slechter wordende ogen te laten opereren. Dit ging er in de 18e eeuw uiteraard minder geavanceerd aan toe dan tegenwoordig. Het resultaat was navenant, nog afgezien van de vaak pijnlijke complicaties die optraden. Hoogstwaarschijnlijk is bij Bach tweemaal een ‘staarsteek’ verricht. Hierbij werd een naald in het oog gestoken en de troebele lens naar beneden geduwd, het glasvocht in. Op korte termijn kon dit soms een verbetering van de visus geven: in plaats van enkel het waarnemen van…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A1394
Reacties