Medisch-ethische commissies, taak en functie bij wetenschappelijk onderzoek

Sinds 1970 hebben zich in ons land in versneld tempo tal van toetsingscommissies, ofwel ‘medisch-ethische commissies’ (MEC's) gevormd; in 1986 waren er 63 in functie, thans zijn het er naar schatting ca. 150. Dit is een positieve ontwikkeling, zoals een ieder die zich wel eens heeft afgevraagd of bepaald medisch-wetenschappelijk onderzoek wel in het belang van zowel de wetenschap, de geneeskunde, als de desbetreffende patiënten zou zijn, volmondig zal beamen. Het gegeven dat medisch-ethische commissies onderzoeksprojecten op een aantal criteria toetsen, lijkt een waarborg dat bepaalde normen van vooral ethische aard naast wetenschappelijke voorwaarden in acht worden genomen.

Gebeurt dat inderdaad? Functioneren de MEC's zoals bij hun opzet de bedoeling was? Lezers van het Tijdschrift hebben hierover in de achter ons liggende maanden wel iets kunnen vernemen. Dr.L.Bergkamp, die vorig jaar promoveerde op het proefschrift ‘Het Proefdier Mens’, schreef over ‘Variatie en inconsistentie in de beoordeling van experimenten door medisch-ethische…