Samenvatting
Doel
Het inventariseren van de kennis die volwassenen met astma hebben over astmamedicatie.
Opzet
Descriptief.
Plaats
Medisch Spectrum Twente, afd. Longziekten, Enschede.
Methoden
In het kader van de ontwikkeling van een zelfmanagementprogramma kregen alle volwassenen van 18-65 jaar in Enschede (146.000 inwoners) die volgens de stadsapothekers medicijnen specifiek voor astma en chronische bronchitis/longemfyseem (COPD) voorgeschreven hadden gekregen, in 1994 een vragenlijst thuisgestuurd, met onder andere 7 vragen over kennis van medicatie voor longaandoeningen. Van degenen die na een schriftelijke herinnering en een oproep in de lokale nieuwsbladen niet hadden gereageerd, werd een aselect gekozen groep van 9 telefonisch ondervraagd. Van de respondenten die aangaven volgens hun arts astma te hebben en die de vragen over de medicatie hadden ingevuld, werd het aantal juist beantwoorde vragen geteld; daarnaast werd onderzocht of het kennisniveau samenhing met het geslacht, de opleiding, het gebruik van (inhalatie)corticosteroïden en de vorm van de gekregen uitleg.
Resultaten
Van de 4563 aangeschreven personen zonden 2259 (50) een bruikbaar formulier terug. De respondenten waren hoger opgeleid dan de ondervraagde 192 non-responders, maar kwamen naar leeftijd en geslacht met hen overeen. Van de respondenten gaven 1262 (56) aan dat hun arts hun verteld had dat zij astma hadden. Gemiddeld hadden zij 2,4 vragen goed beantwoord (uitersten: 0-7). Voorgaande uitleg, het aantal vormen van uitleg, de duur van het medicijngebruik, het gebruik van inhalatiecorticosteroïden, het vrouwelijk geslacht en een hogere opleiding vertoonden in deze groep alle een positieve samenhang met de kennisscore.
Conclusie
Volwassen patiënten met astma hadden onvoldoende kennis over astmamedicatie. Bij het ontwikkelen van een zelfmanagementprogramma dient vergroting van deze kennis veel aandacht te krijgen.
Reacties