artikel
Waarom dit onderzoek?
Bij een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) is er sprake van excessieve angst, bezorgdheid en piekeren. GAS kan behandeld worden met psychotherapeutische interventies, medicatie of een combinatie van deze twee. Verschillende medicamenteuze opties zijn beschikbaar, maar tot op heden ontbreekt een overzicht van de effecten van de verschillende opties ten opzichte van placebo en elkaar.
Onderzoeksvraag
Wat is de werkzaamheid en verdraagbaarheid van de verschillende medicamenteuze behandelingen voor GAS?
Hoe werd dit onderzocht?
Het betreft een systematische review en netwerkmeta-analyse van gerandomiseerde trials waaraan ambulante volwassenen patiënten met GAS deelnamen. Een netwerkmeta-analyse maakt het mogelijk om ook indirect bewijs te gebruiken; in deze analyse worden middelen met elkaar vergeleken die in verschillende trials onderzocht zijn ten opzichte van hetzelfde middel of placebo. De onderzoekers onderzochten naast wetenschappelijke databases ook registers van farmaceutische bedrijven en van de FDA. Zij includeerden zowel placebogecontroleerde trials als trials met een actieve controle. De primaire uitkomstmaten waren het gemiddelde verschil (MD) in de verandering van de score op de Hamilton Anxiety Scale (HAM-A; scorebereik: 0-56) ten opzichte van de uitgangswaarde als maat voor de werkzaamheid en de kans dat een patiënt met de trial stopte als maat voor de verdraagbaarheid.
Belangrijkste resultaten
De onderzoekers includeerden 89 trials waarin in totaal 25.441 patiënten gerandomiseerd waren naar 22 verschillende medicamenten of placebo. De mediane studieduur was 8 weken, de mediane HAM-A score bij aanvang 25 (interkwartielafstand: 24-27) en het mediane percentage vrouwen 62%. De volgende medicamenten vertoonden grotere werkzaamheid dan placebo en geen verschil in of een betere verdraagbaarheid: duloxetine (MD HAM-A-score: -3,13; 95%-‘credible interval’ (CrI): -4,13- -2,13), pregabaline (-2,79; -3,69- -1,91), venlafaxine (-2,69; -3,50- -1,89) en escitalopram (-2,45; -3,27- -1,63). Voor mirtazapine, sertraline, fluoxetine, buspiron en het nieuwere middel agomelatine gold hetzelfde, maar waren de onderzoekspopulaties klein. Ook quetiapine, paroxetine en benzodiazepines waren werkzamer dan placebo, maar hierbij was de kans op stoppen met de trial groter (oddsratio’s tussen 1,24 en 1,44). Vergelijkingen tussen medicamenten onderling leverden vooral verschillen in de HAM-A-score op wanneer middelen die werkzamer waren dan placebo werden vergeleken met middelen die niet werkzamer waren dan placebo. Zo lieten quetiapine, duloxetine en bupropion een grotere daling in HAM-A score zien dan tiagabine, een anti-epilepticum dat niet in Nederland is geregistreerd (MD tussen -2,36 en -4,52).
Literatuur
Slee A, et al. Pharmacological treatments for generalised anxiety disorder: a systematic review and network meta-analysis. Lancet. 2019;393:768-77. doi:10.1016/S0140-6736(18)31793-8. Medline
Reacties