Mazelen in Nederland; epidemiologie en de invloed van vaccinatie

Onderzoek
C.W. van der Zwan
A.D. Plantinga
H.C. Rümke
M.A.E. Conyn-van Spaendonck
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:2390-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Schatting van de incidentie van mazelen in Nederland; beschouwing van de gevolgen van vaccinatie voor gevaccineerden en niet-gevaccineerden.

Onderzoeksopzet

Retrospectief onderzoek.

Plaats

Landelijk onderzoek in Nederland.

Methode

Verzameling van mortaliteitsgegevens, afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), aangiftecijfers afkomstig van de Geneeskundige Hoofdinspectie (GHI), gegevens over ziekenhuisopnamen afkomstig van SIG Zorginformatie, morbiditeitsgegevens afkomstig van huisartsenpeilstations, serologische gegevens afkomstig van de Nederlandse virologische laboratoria en serologische gegevens uit verscheidene onderzoeken.

Resultaten

Na de invoering van mazelenvaccinatie in 1976 daalde de morbiditeit drastisch, evenals het gemiddelde aantal aangiften; periodiek was er een toename van het aantal aangiften. Er zijn aanwijzingen dat de aangifte van mazelen bij kinderen > 10 jaar toeneemt. Sterfte veroorzaakt door een mazeleninfectie komt in Nederland niet meer voor sinds 1988.

Conclusie

De massale vaccinatie sinds 1976 heeft geleid tot (een periode met) een lagere incidentie. Door toename en clustering van vatbare personen in de bevolking kon na enkele jaren de incidentie periodiek weer stijgen. De verschuiving van mazeleninfecties naar oudere leeftijdscategorieën is een gevolg hiervan. Vooralsnog zijn bij deze verschuiving in Nederland geen consequenties voor de ernst van de complicaties waarneembaar. Surveillance is noodzakelijk om bestaande en nieuwe risicogroepen te vervolgen en adequate preventieve maatregelen te nemen.

Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven.

Centrum voor Infectieziekten Epidemiologie: drs.C.W.van der Zwan, bioloog-epidemioloog; mw.dr.M.A.E.Conyn-van Spaendonck, arts-epidemioloog.

Laboratorium voor Veldonderzoek: dr.A.D.Plantinga, dierenarts; dr.H.C.Rümke. kinderarts.

Contact drs.C.W.van der Zwan

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties