Antonius Mathijsen wordt in 1805 geboren in de ‘Franse tijd’, die zowel democratie als armoede bracht. Hij is het 4e kind van een chirurgijn in Budel,1 zijn vader overlijdt in 1813. Antonius volgt vermoedelijk een Latijnse school en doet dan 4 jaar lang geneeskundige ervaring op in Brussel en Maastricht. In 1827 krijgt hij een plaats in het vierde en laatste leerjaar van ’s Rijks Kweekschool voor Militaire Geneeskundigen te Utrecht.
Eenmaal Officier van Gezondheid, neemt hij in 1830 en 1831 deel aan de expedities naar het opstandige België. Vervolgens wordt hij gedetacheerd bij het Rijks-Hospitaal aan de Springweg te Utrecht, waar de gewonden van de Tiendaagse Veldtocht worden verpleegd. In 1837 is hij werkzaam bij de Huzaren in Zutphen en promoveert hij te Giessen, vermoedelijk door middel van een examen.1 Dan volgen nog overplaatsingen naar Venlo – waar hij een 6-jarig jongetje uit de Maas redt en…
Reacties