Samenvatting
– In somatische cellen van mannen met azoö- of oligozoöspermie (spermadichtheid < 20 miljoen zaadcellenml) worden verhoogde percentages chromosomale afwijkingen gevonden. Bij subfertiele mannen met een normaal somatisch karyogram is aneuploïdie in sperma toegenomen. Dit levert risico's op voor het nageslacht bij toepassing van intracytoplasmatische spermainjectie (ICSI).
– Bepaalde genmutaties op het Y-chromosoom veroorzaken ernstige oligo- of azoöspermie en zullen, indien reproductie door middel van ICSI slaagt, voor 100 aan de mannelijke nakomelingen worden doorgegeven. Dit geldt ook, ongeacht het geslacht van het kind, voor het doorgeven van mutaties die de oorzaak zijn van cystische fibrose.
– In niet-aselecte groepen van zwangerschappen die zijn ontstaan na ICSI worden hogere percentages de novo geslachtschromosomale afwijkingen gevonden dan verwacht. Tevens vindt men verhoogde percentages paternaal overgeërfde structurele autosomale afwijkingen. De gegevens zijn echter nog niet extrapoleerbaar.
Reacties