Een patiënt, die sinds 2 jaar staat ingeschreven in uw praktijk en met wie u tot op heden nog geen contact hebt gehad, bezoekt uw spreekuur. Hij vertelt u op een amicale manier dat het nu toch tijd is om elkaar persoonlijk te leren kennen. Om dit kracht bij te zetten tutoyeert hij u, noemt u bij de voornaam en vertelt u eigenlijk een collega te zijn, ook al beschikt hij niet over de noodzakelijke papieren. Hij spreekt u aan over de manco's in de medische praktijkvoering in het algemeen en die van uw praktijk in het bijzonder. Vervolgens geeft hij u ongevraagd advies met een verward verhaal over computers.
Bij een observator roept dit als (hypo)manisch te omschrijven gedrag een gevoel van hilariteit op, althans in eerste instantie. Dit gevoel ontstaat enerzijds door de neiging van de patiënt de persoonlijke grenzen van de observator te overschrijden en anderzijds als…
Reacties