Zie ook de artikelen op bl. 1774 en 1783.
Voordat de malariaparasiet bekend was en malaria als ziekte tot in details was beschreven, bestond er al effectieve therapie: in het westen met kinine en in het oosten met het nog oudere Qinghaosu (artemisinine).
Laveran beschreef de malariaparasiet in 1880, Ross de ontwikkelingscyclus in de mug in 1897, terwijl Krotoski en Garnham, in samenwerking met anderen, pas in 1982 de hypnozoïeten in de lever aantoonden. Het gebruik van de bast van de Arbor febrifuga Peruviana werd evenwel al in 1633 beschreven (Calancha van Lima) en Qinghaosu-infusies ter behandeling van koortsen worden reeds gemeld in het Handbook of emergency treatments van Ge Hong, 340 A.D.1-3
De legende wil dat de hertogin van Chinchon, vrouw van de onderkoning van Peru, in 1638 van haar koorts werd genezen door poeder van de ‘koortswerende boom’. Jezuïeten brachten het poeder, in Peru bekend als…
Reacties