In de serie ‘Juridische vraag’ geeft een jurist antwoord op een vraag waarvoor artsen in de praktijk vaak worden gesteld.
Rectificatie
Per 26 februari 2020 heeft de auteur dit artikel geüpdatet.
Vraag
Mag een arts informatie verstrekken aan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)?
Juridische achtergrond
Houders van een rijbewijs moeten volgens de wet rijgeschikt zijn. Ter bepaling van de rijgeschiktheid is in bepaalde situaties een beoordeling nodig van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de rijbewijshouder. Daartoe verlangt het CBR van de houder van een rijbewijs een ingevulde ‘Gezondheidsverklaring’, al dan niet in combinatie met door de behandelend arts te verstrekken gegevens of een door een onafhankelijk arts te verrichten medische keuring. Het CBR werkt ook met formulieren getiteld ‘Rapport: Behandelend specialist’, formulieren die per specialisme verschillen.
In 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu aangegeven het wenselijk te vinden dat het CBR zo veel mogelijk gebruikmaakt van gezondheidsinformatie die bij de behandelende sector aanwezig is. Dit levert tijdwinst op en bespaart kosten. Daar tegenover staat meer werk voor de behandeld arts, wat soms gepaard gaat met een lastige discussie…
Verstand op nul en door een hoepel springen!
De patiënt moet toestemming geven aan de arts voor het doorgeven van medische informatie aan het CBR. De patiënt heeft echter geen keuze: als deze de medische informatie niet laat doorgeven aan het CBR dan kan zij haar rijbewijs niet verlengen. De artsen die de informatie doorgeven kunnen op deze manier de handen blijven schoonwassen. Zuchtend dat het allemaal onzin is, hebben al veel collega’s mij geholpen om mijn rijbewijs terug te krijgen (zie rapport Nationale Ombudsman 2017/067) dan wel te verlengen. Ik snap niet waarom al die (behandelende) artsen die informatie doorgeven namens patiënten niet in opstand komen tegen het CBR en de Nederlandse wetgeving rondom rijgeschiktheid. Een voorbeeld van routineus afdragen van medische informatie zijn de oogartsen. Volgens de Regeling Eisen Geschiktheid 2000 zijn er ten aanzien van brekingsafwijkingen geen eisen aan de autobestuurder, zolang de visus (eventueel met correctie) van het beste oog ten minste 0,8 te bedraagt en van het minder goede oog, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,1. Toch vraagt het CBR aan de oogarts in te vullen welk hulpmiddel de aanvrager gebruikt ter correctie, wat de visus is zonder correctie, wat de visus is met correctie en wat de visus is met optimale correctie. De enige relevante informatie voor het CBR is in dit geval de visus, al dan niet gecorrigeerd. De meeste autorijbewijshouders zijn rijgeschikt totdat zij het 75ste levensjaar bereiken. Een kleine minderheid heeft niet dat geluk en worden elke keer bij het verlengen van het rijbewijs gedwongen hun medische gegevens ter beschikking te stellen aan het CBR en te worden getoetst op de draconische wetgeving rondom rijgeschiktheid. Doordat artsen (goedwillend) medische informatie over patiënte ter beschikking stellen aan het CBR wordt het stelsel medische rijgeschiktheid in stand gehouden. Het CBR krijgt jaarlijks 800.000 Gezondheidsverklaringen en 150.000 daarvan zijn ingediend ten gevolge van een termijnbeperking die eerder is opgelegd. Uiteindelijk worden maar 9.500 autorijbewijshouders per jaar ongeschikt bevonden. Het delen van medische informatie met het CBR doet u alleen als de patiënt daar toestemming voor geeft. De patiënt die echter al bij de aanvraag van het eerste rijbewijs een aandoening heeft die gepaard gaat met een termijnbeperking van het rijbewijs doet dit verzoek niet altijd uit vrije wil, maar wordt hiertoe gedwongen door het Nederlandse stelsel medische rijgeschiktheid.
Naomi Castelein, MBO docent (BIG geregistreerd arts)