Luisteren en waarnemen

Klinische praktijk
J.A. Stoop
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:1625-7

Dames en Heren,

De kunst van luisteren is vaak moeilijker dan die van spreken. De kunst van waarnemen wat vlak voor onze ogen rondom ons gebeurt, verstaan wij minder goed dan voor- en achteruit kijken. Dit kan nog des te moeilijker zijn indien men patiënten dagelijks over een lange periode volgt.

In het verpleeghuis heeft men te maken met chronisch zieke mensen met ingewikkelde stoornissen en handicaps, waarvan het beloop frequent gecompliceerd wordt door intercurrente ziekten. Patiënten in het verpleeghuis hebben grote moeite met het verwerken van de beleving van hun eigen zieke lichaam en met de institutionele omgeving waarin zij verblijven.1 Om dit te adstrueren wil ik u drie verpleeghuispatiënten voorstellen.

Patiënt A, geboren in 1942 in Marokko, werd in mei 1979 vanuit het ziekenhuis in het verpleeghuis opgenomen met de diagnose ‘coma na hersenstamcontusie bij trauma capitis na ongeval’. De EMV-score (Glasgow-comaschaal) bij opneming in het ziekenhuis…

Auteursinformatie

Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie, Postbus 20.054, 3502 LB Utrecht.

Dr.J.A.Stoop, verpleeghuisarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

A.
van 't Riet

Culemborg, augustus 1995,

Collega Stoop slaagde erin een verpleeghuispatiënt met lastige gedragsafwijkingen weer in het gareel te krijgen door een afwijking na te bootsen in het bijzijn van de patiënt (1995;1625-7): hij gooide zelf een volle kop koffie over de vloer, waarna bij de patiënt deze hinderlijke neiging verdween. De schrijver merkt op dat hij hierbij meer op zijn gevoel afging dan dat hij redeneerde. Het behandelen van een afwijking met een nabootsing ervan is echter reeds langer bekend, als homeotherapie.1 De methode leent zich in het bijzonder voor het behandelen van patiënten bij wie de pathologische afwijking niet zo gemakkelijk te duiden is. Het gelijkende therapeuticum is meestal een geneesmiddel, maar het kan van zeer uiteenlopende aard zijn. Bekend is in dit verband de ‘implosion’-behandeling van fobieën, bijvoorbeeld voor spinnen of het oversteken van pleinen. Hierbij wordt de patiënt tamelijk hardhandig geconfronteerd met spin of plein.23 Ik zag een oudere man met een onbehandelbare megalomanie (ontstaan na een extreme woede-uitbarsting); deze afwijking verdween verrassend snel en definitief na een latere woedeaanval van vergelijkbaar kaliber, maar door een geheel andere oorzaak. Essentieel is de gelijkenis tussen ziektebeeld en geneesmiddelwerking, zoals Stoop elegant demonstreerde.

A. van 't Riet
Literatuur
  1. Hahnemann S. Versuch über ein eues Prinzip zur Auffindung der Heilkräfte der Arzneisubstanzen usw. Hufelands Journal 1796(II); St 3-4:391-439, 465-561.

  2. Wolpe J. Psychotherapy bij reciprocal inhibition. Stanford: California Stanford University Press, 1958.

  3. Boulougouris JC, Marks IM. Implosion (flooding) – a new treatment for phobias. BMJ 1969;i:721-3.

Utrecht, augustus 1995,

Ik weet niet of mijn behandeling van patiënt C als homeotherapie is op te vatten. Liever zou ik willen spreken over creatief handelen, wat voortdurend in het verpleeghuis plaatsvindt.

De opmerking van collega Van 't Riet geeft mij de gelegenheid twee aspecten van het verpleeghuisgeneeskundig handelen wat duidelijker uit de verf te laten komen. De verpleeghuisarts, eindverantwoordelijk voor het medisch beleid in relatie tot de patiënt, werkt altijd in multidisciplinair teamverband. Hij/zij kan zich niet permitteren op eigen houtje beslissende handelingen te verrichten zonder de andere – patiëntgebonden – hulpverleners te informeren, met hen te overleggen en tot uitvoering over te gaan. Dit deed ik niet in geval van patiënt C, waar mijn impulsieve reactie in eerste instantie veel consternatie veroorzaakte. Toen de anderen na enige tijd bemerkten dat de ‘implosion’-behandeling een blijvend positief resultaat opleverde, was ook het tweede probleem, de – vermeende – verzamelzucht, bespreekbaar. In het multidisciplinair overleg kon in een ontspannen sfeer begrip opgebracht worden om gezamenlijk met patiënt C ons in te zetten voor de ‘bewaking’ van de eigendommen. Hiermee heb ik kunnen wijzen op een tweede belangrijk aspect van het geneeskundig handelen, namelijk de communicatie. Niet voor niets wordt hieraan in de vervolgopleiding tot verpleeghuisarts veel aandacht gegeven.

J.A. Stoop