Samenvatting
- De zeer slechte prognose van longkanker is ondanks alle inspanningen de afgelopen decennia nauwelijks verbeterd. De vooruitzichten zijn gunstiger wanneer de ziekte in een vroeg stadium wordt vastgesteld, wanneer curatief chirurgisch of radiotherapeutisch ingrijpen mogelijk is.
- Uit twee bevolkingsonderzoeken uit de jaren zeventig bij mannelijke rokers bleek dat jaarlijkse screening met een thoraxfoto niet zinvol was, omdat de thoraxfoto niet sensitief genoeg was om longkanker in een belangrijk percentage dusdanig vroeg op te sporen dat genezing mogelijk was.
- Met de komst van de lagedosis-spiraal-CT is het mogelijk geworden 80-90 van de longkanker te ontdekken in het vroeg invasieve stadium I. In dit stadium is curatief chirurgisch ingrijpen mogelijk.
- Ondanks de eerste gunstige screeningsresultaten blijft de vraag bestaan óf en in welke mate jaarlijkse screening met spiraal-CT-scan de longkankersterfte zal doen dalen en of de afname zodanig groot is dat de belasting en de kosten van het onderzoek te rechtvaardigen zijn.
- Deze vragen kunnen alleen in een gerandomiseerd onderzoek worden onderzocht met als uitkomstmaat longkankersterfte. Het is aan te bevelen een dergelijk onderzoek in Nederland te starten, omdat hier veel screeningservaring is en een goede gezondheidszorg.
- Indien longkankerscreening kosteneffectief blijkt te zijn, kan longkankerscreening op doelmatige wijze aan de bevolking worden aangeboden. Dit voorkomt tevens dat ongecontroleerde en opportunistische longkankerscreening met spiraal-CT zich in Nederland zal verspreiden.
Reacties