Samenvatting
Achtergrond
De afgelopen periode is veel aandacht besteed aan de introductie van de nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s). Het belangrijkste voordeel van deze middelen is dat de mate van antistolling niet routinematig bepaald hoeft te worden.
Casus
Een 53-jarige man die kort tevoren een hemi-knie-artroplastiek had ondergaan presenteerde zich op de Spoedeisende Hulp met kortademigheid en pijn bij de ademhaling. De symptomen waren ontstaan 1 dag nadat de tromboseprofylaxe overgezet was van dalteparine 5000 IE 1 dd naar rivaroxaban 10 mg 1 dd. Patiënt gebruikte ook carbamazepine 600 mg 2 dd vanwege epilepsie. Op basis van een CT-scan werd de diagnose ‘longembolieën’ gesteld. Het gebruik van carbamazepine, een inductor van CYP3A4, versnelde waarschijnlijk de afbraak van rivaroxaban, waardoor bij patiënt longembolieën konden optreden.
Conclusie
Om complicaties te voorkomen pleiten wij voor monitoring van de mate van antistolling door NOAC’s wanneer er sprake is van interacties met andere middelen, vooral wanneer de NOAC’s langdurig in hogere doseringen gegeven worden.
Reacties