Lithiumtherapie bij clusterhoofdpijn

Utrecht, november 1985,

Gaarne zou ik willen reageren op het artikel ‘Lithiumtherapie bij cluster-hoofdpijn’ van collega Wentges (1985;2155-7). Aan de in dit artikel beschreven therapievormen zou ik gaarne de volgende behandeling willen toevoegen. Onlangs werd door Kittrelle et al. melding gemaakt van de behandeling van cluster-hoofdpijn door middel van intranasale toediening van 1 ml van een 4% lidocaïne-oplossing aan de symptomatische zijde.1 Nadat zij bij 5 patiënten na toediening van 0,4 mg nitroglycerine sublinguaal een aanval hadden geïnduceerd, verminderde de intensiteit van de aanval na toediening van de lidocaïne bij 4 van de 5 patiënten binnen 3 minuten met 75 tot 100%. Interessant is bovendien het feit dat bij 2 van deze 4 patiënten de aanvalsfrequentie met 90 tot 100% afnam. De auteurs eindigen dan ook met de conclusie dat ‘when used in this manner by well-instructed patients, lidocaine appears to be a safe, effective treatment for acute cluster headache.’