Leidraad bij (vermoeden van) pancreaskopcarcinoom

Klinische praktijk
D.J. van Leeuwen
K. Huibregtse
J.A.J.W. Reeders
G.N.J. Tytgat
M.N. van der Heyde
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:2499-504

Zie ook de artikelen op bl. 2494 en 2509.

Pancreascarcinoom heeft een sterfte van 99, een 3-jaarsoverleving van 2,5 en een 5-jaarsoverleving van 0,4.1-3 De wereldwijde toename van het aantal patiënten met deze ziekte wordt weerspiegeld in de Nederlandse cijfers: het aantal patiënten dat voor het eerst werd opgenomen wegens de kwaadaardige aandoening, bedroeg voor de jaren 1975, 1983 en 1985 respectievelijk 937, 1172 en 1370; het aantal patiënten dat eraan overleed, bedroeg respectievelijk 1250, 1548 en 1647.45

Welke benadering dient te worden gekozen, indien tumoren van de papil van Vater, van het distale gedeelte van de ductus hepatocholedochus of van de ductus pancreaticus vermoed worden? Welke patiënten komen er voor chirurgie in aanmerking? Wij willen pogen met behulp van eigen ervaringen en van recente literatuur een leidraad te bieden.

Diagnostische aspecten

Serummarkers (zoals Ca 19-9, DU-Pan-2) mogen specifiek en sensitief zijn voor pancreascarcinoom, voor kleine…

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Maag-, darm- en leverziekten: dr.D.J.van Leeuwen, internist; dr.K.Huibregtse en prof.dr.G.N.J.Tytgat, gastro-enterologen.

Afd. Heelkunde: prof.dr.M.N.van der Heyde, chirurg.

Afd. Röntgendiagnostiek: dr.J.A.J.W.Reeders, radioloog.

Contact dr.D.J.van Leeuwen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties