Samenvatting
Doel
Bepalen van het voorkomen van obstipatie en gebruik van laxantia bij terminale patiënten.
Opzet
Retrospectief.
Plaats
Hospice Rozenheuvel, Rozendaal.
Methode
Van patiënten die werden aangemeld voor terminale zorg tussen 1 januari 1995 en 15 juli 1996 werd nagegaan of er bij opname anamnestisch sprake was van obstipatie en gebruik van medicijnen, met name opioïden en laxantia.
Resultaten
Van de onderzoekspopulatie (n = 121; 65 mannen en 56 vrouwen) hadden 95 (79) patiënten kanker. De mediane overlevingsduur van de hele populatie was gemiddeld 18 dagen (uitersten: 1-180). Bij opname hadden 58 (48) patiënten obstipatie en gebruikten 62 (51) een opioïd. De opioïdgebruikers hadden vaker obstipatie (68 versus 27; p < 0,001). Van de 62 opioïdgebruikers kregen 35 (56) een laxans voorgeschreven. De laxansgebruikers hadden echter vaker obstipatie (65 versus 36; p < 0,01). Noch in de opioïdgebruikersgroep noch in de niet-opioïdgebruikersgroep had het gegeven laxans invloed op de aanwezigheid van obstipatie. Van de laxansgebruikers kregen 37 (73) lactulose.
Conclusie
Het huidige laxantiabeleid bij terminale patiënten is ondoelmatig. Monotherapie met een vaste dosis lactulose is ineffectief als laxans zowel bij wel- als bij niet-opioïdgebruikers.
Reacties