Inleiding
De introductie van ballonangioplastiek voor perifere vaten (PTA) door Dotter in 1964 en voor coronaire vaten (PTCA) door Gruntzig in 1977 betekende een belangrijke vooruitgang bij de behandeling van atherosclerotische vaataandoeningen.12 In 1987 werden in de V.S. ongeveer 70.000 PTA's en 175.000 PTCA's verricht. Geschat wordt dat wereldwijd het aantal PTCA's in 1991 de 540.000 zal overschrijden. In Nederland zullen in 1991 naar verwachting 9000 PTCA's worden verricht.3 Deze getallen illustreren dat ballonangioplastiek een belangrijke plaats heeft verworven binnen de patiëntenzorg.
Toch kent ballonangioplastiek 3 belangrijke beperkingen:
– het restenose-percentage na PT(C)A bedraagt 20-30;45
– het is niet altijd mogelijk een totale obstructie te passeren;
– de techniek is minder geschikt voor lange diffuse afwijkingen.
Verwacht werd dat laserangioplastiek de oplossing zou betekenen van deze problemen. Ruim 10 jaar na de eerste publikatie waarin beschreven werd dat met laserlicht een atherosclerotische plaque ‘verdampt’ kan…
Reacties