De ziekte van Lyme rukt op. Het aantal gemelde diagnoses ‘ziekte van Lyme’ in Nederland is de afgelopen decennia verviervoudigd tot meer dan 25.000 patiënten per jaar.1 Hoewel het klinisch beeld en het beloop van de ziekte van Lyme vrij goed omschreven zijn, bestaat er bij artsen en patiënten onzekerheid over de langetermijngevolgen. Door een grote variatie in studieopzet en uitkomstmaten is het lastig een goed antwoord op de vraag naar de prognose te geven.
Van de patiënten bij wie de diagnose ‘ziekte van Lyme’ is gesteld, rapporteert 0-48% persisterende klachten.2-4 Dergelijke klachten kunnen een grote impact hebben op het leven van de patiënt en wij treffen in de spreekkamer dan ook met regelmaat patiënten met de ziekte van Lyme die zich zorgen maken over hun prognose.5 Bij een groot deel van deze persisterende klachten past echter een brede differentiaaldiagnose en het precieze verband van deze klachten met de ziekte van Lyme is niet altijd geheel duidelijk.
Deense cohortstudie
Elders in dit tijdschrift worden de resultaten besproken van een Deense longitudinale cohortstudie waarin de gezondheid en het socio-economisch functioneren van een indrukwekkend aantal patiënten met neuroborreliose (n = 2067) werden vergeleken met die van gematchte controles (n = 20.670).6,7 Voor deze studie werd gebruik gemaakt van de befaamde Deense landelijke patiëntenregistratie, waarin alle diagnoses (ICD-codes), ziekenhuisbezoeken en doodsoorzaken staan geregistreerd.8 Deze…
Reacties