Samenvatting
-
Bij patiënten die in het verleden wegens zaadbalkanker of hodgkinlymfoom zijn behandeld met radiotherapie of chemotherapie zijn er langetermijnrisico’s op nieuwe maligniteiten en hart- en vaatziekten beschreven.
-
2 patiëntencohorten – gediagnosticeerd in de periode 1965-1995 in diverse ziekenhuizen in Nederland – zijn inmiddels gemiddeld bijna 20 jaar gevolgd.
-
Beide patiëntengroepen hebben een hoger risico op een nieuwe maligniteit of hart- en vaatziekten na bestraling of chemotherapie dan de algemene bevolking en dan patiënten die geen of minder intensieve bestraling of chemotherapie hebben ondergaan.
-
Vanwege het feit dat voor curatie van hodgkinlymfoom intensievere behandeling nodig is dan voor zaadbalkanker, zijn de risico’s op een nieuwe maligniteit of hart- en vaatziekten voor hodgkinlymfoomoverlevenden aanzienlijk hoger dan voor zaadbalkankeroverlevenden.
-
De langetermijnrisico’s op nieuwe maligniteiten en hart- en vaatziekten zijn voor beide patiëntengroepen tot minstens 25 jaar na de behandeling nog verhoogd.
-
Vanwege het relatief hoge risico op late behandelingscomplicaties zijn duidelijke richtlijnen voor de follow-up van overlevenden van hodgkinlymfoom en zaadbalkanker nodig.
Langetermijngevolgen van Hodgkin en seminoom
Sandra van der Belt-Dusebout et al. wijzen op de lange termijn complicaties die kunnen optreden na behandeling van een hodgkinlymfoom of testiscarcinoom. Het is goed dat hier onderzoek naar gedaan wordt en aandacht voor is. Echter, ex-patiënten zijn gebaat bij een zo genuanceerd mogelijke berichtgeving. Dergelijke artikelen worden namelijk geraadpleegd wanneer een levens- of arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt aangevraagd, met alle gevolgen van dien voor het afsluiten van een hypotheek of zelfs bij het solliciteren naar een nieuwe baan of emigratie naar het buitenland.
Het is daarom van belang om, hoewel zijdelings genoemd, nadrukkelijk te vermelden dat de beschreven lange termijn complicaties onderzocht werden bij behandelingen die jaren geleden zijn gegeven en inmiddels grotendeels verouderd zijn. In de huidige behandelingsstrategie wordt minder tot geen radiotherapie toegepast bij het hodgkinlymfoom. Bovendien is de techniek van de radiotherapie veranderd, waardoor de kans op lange termijn complicaties minder groot is geworden. Ook de gebruikte chemotherapieschema´s zijn in de loop van de tijd veranderd. Daardoor zijn de genoemde risico’s op lange termijn niet zonder meer te vertalen naar de huidige situatie.
Tenslotte dient nog vermeld te worden dat odds ratio’s en relatieve risico’s gemakkelijk geïnterpreteerd kunnen worden als absolute risico’s. Derhalve kan men in dergelijke artikelen beter de nadruk leggen op absolute risico’s. Dit vergemakkelijkt de interpretatie voor patiënten en derde partijen.
D. Boerma1, J.W. Baars2, P.C. de Jong3
1chirurg, St Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein
2 internist-oncoloog, Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Amsterdam
3 internist-oncoloog, St Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein
Langetermijneffecten Hodgkin en zaadbalkanker (antwoord auteurs)
Wij danken Boerma et al. voor hun reactie op ons artikel. Wij zijn het met hen eens dat het belangrijk is om kennis over langetermijncomplicaties zo genuanceerd mogelijk weer te geven. Het onderzoeken van late effecten van een behandeling kent een aantal problemen. Bij het bestuderen van langetermijneffecten van een bepaalde behandeling is het mogelijk dat de betreffende behandeling inmiddels achterhaald is en dus de onderzoeksresultaten niet zonder meer kunnen worden doorgetrokken naar effecten van modernere behandelingen. In de behandeling van Hodgkinlymfoompatiënten is in de laatste decennia veel veranderd. Wij hebben dan ook niet terzijde, zoals vermeld door Boerma et al., maar onder andere in de leerpunten geschreven: “De risico’s op deze langetermijncomplicaties zullen naar verwachting afnemen, doordat effectievere chemotherapie en bestraling in lagere doses worden toegediend.” Toch blijft het ons inziens van belang de langetermijngevolgen van behandelingen te beschrijven, omdat dat voor de controle van mensen die deze behandelingen hebben ondergaan wel van groot belang kan zijn. Wij realiseren ons terdege dat de resultaten van onze onderzoeken ook gebruikt worden door verzekeraars en dat dit kan leiden tot problemen bij het afsluiten van bepaalde verzekeringen etc. Anderzijds hopen wij dat onze artikelen leiden tot betere erkenning en herkenning van langetermijneffecten onder ex-Hodgkinlymfoom- en zaadbalkankerpatiënten. Het hoofddoel van ons artikel was namelijk vergroting van kennis over mogelijke langetermijncomplicaties na behandeling van een hodgkinlymfoom of zaadbalkanker bij huisartsen en specialisten, teneinde deze complicaties zoveel mogelijk te voorkomen bij huidige en toekomstige patiënten danwel zo vroeg mogelijk te herkennen om de gevolgen voor (ex-)patiënten zoveel mogelijk te beperken. Een ander moeilijk punt is het gebruik van verschillende risicomaten voor het beschrijven van de resultaten van het onderzoek. Het is niet zonder meer mogelijk om de genoemde odds ratio’s en relatieve risico' s weer te geven als absolute risico’s, omdat alle genoemde risico's gelden op groepsniveau. In het stuk in het NTVG zijn behalve odss ratio’s en relatieve risico’s dan ook verschillende figuren opgenomen waarin cumulatieve risico’s op verschillende late effecten zijn weergegeven bij verschillende patiëntengroepen. Middels lopend onderzoek hopen we in de toekomst voldoende kennis te hebben om de genoemde groepsrisico's om te zetten in individuele risico's, waarbij tevens rekening gehouden wordt met eventuele andere risicofactoren voor het ontwikkelen van nieuwe tumoren of hart- en vaatziekten na behandeling voor Hodgkinlymfoom of zaadbalkanker, zoals roken, hypertensie, diabetes en overgewicht.
A.W. (Sandra) van den Belt-Dusebout, Berthe M.P. Aleman en Floor E. van Leeuwen.