De afgelopen jaren heeft zich een revolutie afgespeeld in de behandeling voor veneuze trombo-embolie. Zo is de behandelduur veranderd voor patiënten met een zogenoemde spontane of idiopathische veneuze trombo-embolie. Het aloude adagium ‘na 6 maanden stoppen, tenzij’ is internationaal langzaam verschoven naar ‘na 3 maanden doorgaan, tenzij’. De relevante aanbeveling in de vorig jaar gepubliceerde Nederlandse richtlijn ‘Antitrombotisch beleid’ (zie uitleg) moet precies zo geïnterpreteerd worden, namelijk dat na een eerste spontane veneuze trombo-embolie de antistollingsbehandeling voor onbepaalde tijde wordt doorgezet, tenzij er sprake is van een hoog bloedingsrisico. In dat laatste geval is het advies om de behandeling na 3 maanden te staken.1
De belangrijkste reden voor deze paradigmaverandering is dat diverse goed uitgevoerde, gerandomiseerde studies hebben aangetoond dat het continueren van de antistolling sterk beschermt tegen recidieven van veneuze trombo-embolie, en dat het aantal ernstige bloedingen dat daarbij optreedt lager ligt dan het aantal recidieven dat voorkómen…
Reacties