Samenvatting
Doel
Bepalen van het recidiefpercentage na operatieve behandeling van het basalecelcarcinoom (BCC).
Opzet
Retrospectief.
Methode
Van de 139 patiënten die in 1992 voor een BCC waren geopereerd op de afdeling Plastische Chirurgie en Handchirurgie van het Medisch Centrum Leeuwarden werd nagegaan of er recidivering van de tumor was opgetreden. Dit geschiedde via statusonderzoek, terwijl ook informatie werd ingewonnen bij de huisarts, de patiënt en PALGA (Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief). Er werden 126 BCC's bij 108 patiënten onderzocht: 51 mannen en 57 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 66 jaar (uitersten: 24-92). Er waren 114 BCC's nooit eerder behandeld; bij 12 BCC's betrof het een recidief. Bij de excisie was vriescoupeonderzoek verricht indien een sprieterige of diepe groei werd vermoed en indien een krappe excisie of een reconstructie met transpositie- of rotatielap was gewenst.
Resultaten
De gemiddelde follow-upduur was 59 maanden (uitersten: 5-86). Alle 61 BCC's waarbij vriescoupeonderzoek van de sneevlakken was verricht, waren volledig geëxcideerd. Bij de 65 BCC's die zonder vriescoupeonderzoek waren geëxcideerd, was 11 maal een tweede operatie nodig om de tumor histologisch volledig te excideren. In beide groepen werd eenmaal recidivering vastgesteld (2/126; 1,6).
Conclusie
De operatieve behandeling van het BCC die zich richtte op histologisch tumorvrije sneevlakken, resulteerde in een recidiefpercentage van 1,6.
Reacties